Van een KOPPig meisje (gastblog)

Gepubliceerd op 25 april 2021 om 17:18

Je levensverhaal aan de keukentafel (podcast) raakte me, Marion. Het zou mijn verhaal kunnen zijn. En niemand zou het begrijpen. Je moet er zijn ‘geweest’ in zo’n situatie. Opgroeien als kind met een moeder die ‘een beetje vreemd doet.’ Niemand die het weet, niemand die het ziet. Alleen jij, die vreselijk geraakt wordt. Die het nooit goed kan doen. Die niets liever wil dan heel hard weglopen. Maar daar nog te klein voor is.

 

Ik wist dat mijn verhaal ooit het levenslicht mocht zien. Maar niet met namen, anoniem. Daar, waar het begrepen kon worden en het andere mensen zou helpen zich minder alleen en eenzaam te voelen.

 

Het is 2011. Ik raak mijn baan en mijn relatie kwijt, verkoop mijn huis en stort volledig in. Niet de eerste keer. Op mijn 25e ook al, op mijn 35e ook al. Telkens, bij een grote verandering in mijn leven. Telkens als ik me WEER helemaal alleen voel staan.

 

Ik MOET HET OPLOSSEN. Maar hoe? Iemand raadt mij een coach aan die me kan helpen. Ik kom er voor mijn burn- out, hij brengt me naar mijn moeder. Huh?

 

Hij zegt: ‘ lees dit boek maar eens’  

Stop Walking on EggshellsTaking Your Life Back When Someone You Care About Has Borderline Personality Disorder. Auteur: Paul T. Mason

Toen was dit het enige boek over dit onderwerp. Ik wacht nog op een boek voor KINDEREN van borderline ouders, of is dat er al?  Anyway. De schellen vielen van mijn ogen. 17 van de 18 kenmerken die er beschreven stonden, waren op haar van toepassing. De ergste: heeft de neiging om te dreigen met zelfmoord om de aandacht te krijgen. Dat had ze inderdaad geflikt toen ik net in een nieuwe baan werkte.

              ‘Als je nu niet komt, spring ik.’

Hoe kon dit in godsnaam ontstaan?

Ik ga terug in mijn jeugd. Mijn eerste herinnering. Ik zit in de box. Niemand in de keuken. Heel lang niet. Ik begrijp het niet.

Een tweede flard. Ik ben dan vijf jaar en kom de keuken binnen. Het is er ijskoud. Mijn broertje is uit de kinderstoel geklommen, die ligt op de vloer. De voordeur staat open. Ik ren de straat op en zie hem kruipen op straat. Ik til hem op en praat zachtjes geruststellend met hem. Hij huilt hard. Wil ook niet meer alleen in de keuken zijn. Op dat moment neem ik een hard besluit. Ik zal er zijn voor mijn broertje. Altijd.

 

Oorlogskind

Mijn moeder is een oorlogskind. Haar moeder en broer overleden toen ze nog jong was. Ze werd uitbesteed als dienstmeisje, het verdiende geld moest ze afstaan. Ze heeft veel meegemaakt met schaarste aan eten, aan geld, aan aandacht,  gebrek aan moederliefde en de wereld die tegen haar is. Verhalen die ik 1000en keren van haar heb gehoord. Al zolang ik me kan herinneren.

 

Toen ze trouwde met mijn vader had ze niet echt behoefte aan kinderen. Ze kwamen er wel. Eerst mijn broer, toen een miskraam, toen ik, toen mijn broertje. Ik ken haar niet anders dan zwaarlijvig, ziek en moe van ons. ’s Middags ging ze altijd naar bed. Wij waren dan alleen en moesten stil zijn.

 

Het grote mensenleven

Toen ik acht jaar was, begon mijn grote-mensen-leven. Ze kon niet meer koken, ze kon niet meer schoonmaken en ik werd haar dienstmeisje. Elke week op de fiets boodschappen doen in de stad, voor de hele week. 5 km heen en terug. Grote tassen. Elke week alle 24 ramen lappen van binnen en buiten. Het hele huis schoonmaken, de was doen, 2 uur strijken per week, schoenen poetsen. Elke dag koken.

 

Pas toen mijn zoon en dochter acht jaar werden, begreep ik hoe ongewoon dit was. Het zou niet in mij opkomen om dit van hen te vragen.

 

Nooit meer vriendinnetjes uitnodigen, want de opdrachten bleven komen. De hele godganse dag. En als ik eens bij een vriendinnetje speelde, moest ik daarna weer het hele huis schoonmaken, want ‘ ik heb je een middag vrij gegeven.’

 

                           Later vroeg ik me af: ‘hoe hadden mijn broers en mijn vader dit beleefd?’

 

Mijn broers? Die waren groot en sterk. Ze schreeuwden, sloegen met de deuren en liepen weg. Ik bleef achter met het karwei wat dan gedaan moest worden. Een zwembad vol tranen heb ik gehuild. Er was geen manier om dit voor mij tot een einde te brengen: weigeren, schreeuwen, huilen, stil zijn, hard werken, wandelen met de hond. Het was nooit goed. Het was nooit genoeg. Altijd de volgende uitbarsting om de hoek. Ze kon ZO hard schreeuwen! En als er maar iets mis was gegaan, vertelde ze een drama verhaal aan mijn vader, dan kreeg ik ’s avonds ook nog eens straf van hem. Mijn vader was een hardwerkende man, die nauwelijks thuis was. Achteraf gezien misschien ook wel met dezelfde reden als ik:

Toen begon ik met vluchten. Ging veel boeken lezen in de bibliotheek. Werd lid van een sportvereniging, een muziekvereniging, was altijd op straat, ver weg van haar. Als ik dan thuiskwam lag er een briefje op tafel met alles ‘wat ik nog niet had gedaan.’ Zij lag in bed.

 

Hoe het lijkt is vaak niet wat het is

Op school kon ik goed leren, ik zag er leuk uit, viel goed in de klas, deed me voor als een vrolijk kind. Mensen hadden niets in de gaten van mijn grote verdriet. Als ik thuiskwam met mijn goede rapport, schoof ze het in een la. Het werd er pas uit gehaald als er visite kwam: ’Kijk eens hoe goed mijn dochter kan leren’.

 

' Ouderavond? Daar gaan we niet naar toe, alleen maar complimenten, daar heb je niets aan.'

 

Ik werd eenzamer en eenzamer. Elk vriendinnetje haakte af, nadat ik ze niet meer uit durfde te nodigen bij ons thuis. Mijn nieuwe vrienden en vriendinnen vond ik op school en in de sport- en muziekvereniging, ze kwamen (gelukkig) niet bij ons thuis. Als ik op de middelbare school een tussenuur had, was ik die enige die mijn huiswerk maakte in de mediatheek. Want als ik thuiskwam kreeg ik alle klusjes net rond. Mijn studie deed ik ’s ochtends. In toetsweken stond ik op om 4 uur ’s ochtends.

 

'Van mij hoef je niet zo hard te leren, ga maar naar de huishoudschool.’

Als 13-jarige ging ik werken in een restaurant. Ik verdiende een zakcentje en vanaf dat moment moest ik al mijn uitgaven zelf ophoesten. Van leren typen tot onderbroeken aan toe. Echt, ik wist toen niet dat het niet normaal was.

 

Na de VWO, op mijn 17e wilde ik op kamers, studeren. Dat mocht niet. Het werd een plaats 20 km verderop. Fietsen. “ De bus mag wel, moet je wel zelf betalen.” Op mijn 21e was ik afgestudeerd en verliet ik het huis. Niet om samen te wonen, ik ging alleen wonen. Ik had alleen mezelf. Voor iemand anders was nooit tijd geweest en bovendien zou ik nooit een vriendje mee willen nemen naar huis.

 

Ze was furieus! ‘ Nu kun je eindelijk kostgeld gaan betalen en ga je weg.’ Jaren volgden, waarin ze me nooit bezocht: ‘ Ik dacht, je zult wel druk zijn nu je zoveel reist en zo succesvol bent.’

 

Het duurde niet lang voordat ik een baan op twee uur rijden had gevonden. Zo. Rust. Dacht ik. Nee hoor, ik moest haar wekelijks bellen zodat ze aan iedereen kon vertellen dat ik haar trouw belde. Het duurde jaren voordat ik daar vanaf was.

 

GEK werd ik ervan!

 

17 van de 18 kenmerken van borderline

Afijn… het is dus 2011 en ik kom erachter dat mijn moeder 17 van de 18 kenmerken van borderline heeft. De weg naar heling kan beginnen. Wie ben ik zonder een moeder die de hele wereld zwart maakt en mij zwart maakt naar anderen? Een hele zoektocht waar mijn coach me goed bij helpt.

 

Het contact tussen mij en mijn ouders was al een aantal keren verbroken geweest. Als ze eisen stelden, waaraan ik niet (meer) wenste te voldoen. Elk bezoek was een ramp, met huilbuien en chantage taferelen. Negatieve aandacht was ook aandacht, nietwaar? Voor de lieve vrede bezocht ik nog wel eens een verjaardag. Tenslotte wilde ik geen rotdochter of rotzus zijn, nietwaar? Echte drama’s, elke keer weer was er iets ‘ergs.’  

Heling, vrede en zelfzorg

Dit is hoe ik, met hulp van mijn coach, de weg naar heling ben ingegaan. Ik belde haar op en zei: ‘ ik kom bij je langs op de volgende voorwaarden: de eerste tien minuten mag je klagen over mij en over de wereld. Daarna is alles vrolijk. Als je daarna toch weer klaagt of boos of verdrietig doet, ga ik meteen weg, zonder iets te zeggen. Dan proberen we het later nog wel eens een keer. Of niet, dat bepaal ik.’   

 

Bloednerveus was ik, de eerste keer. Mijn coach mocht ik appen als de 10 minuten voorbij waren. En als ze daarna toch weer uit haar slof schoot. Toen het zover was, appte hij: ‘ Ga 5 minuten naar de wc.’ Ik deed het met bonkend hart. ‘Ga nu terug en zeg dat je weggaat, TENZIJ ze weer normaal kan doen.’ Ik deed het met bonkend hart.

En ze glimlachte: ‘ Ah, ga je toch niet weg?’ Toen draaide ik me om en verliet huilend de woning. Twee uur rijden voor de boeg.

Drie weken later. Ze belt me op (!) en zegt: zullen we het nog eens proberen? Ik weet niet zeker of ik wel 10 minuten kan klagen in het begin. We lachen allebei en ik zeg: het hoeft niet, maar als je het dan niet doet, later kan het niet meer. Daarna is het nooit meer vervelend geweest om mijn ouders te bezoeken.

 

Weet je wat me erg leek? Dat ze zou overlijden en dat we nooit vrede met elkaar hadden gevonden.

 

Op deze manier is het me gelukt. Ik hoef haar niet te bellen, ik hoef er niet naar toe. Alleen als IK dat een goed idee vind. Natuurlijk verzint ze nog wel eens een ziek of zwak moment waardoor ik MOET komen, maar dat doe ik dan niet. Die dynamiek tussen ons blijft.

 

Is er hoop?

Ze zeggen dat je je ouders uitkiest. En dat je dan krijgt waarvoor je op aarde bent gekomen. Volgens mij ben ik op aarde gekomen om lief te hebben. De grootste les was dat ik daarbij ook lief MOEST zijn voor mezelf. Voor mezelf MOEST opkomen. Elke les heeft een cadeau in zich.

                            “Het  was ook leuk, best verwarrend”

Enne…ik heb het ook heel erg leuk gehad! Ik kan koken als de beste, aan tafel was altijd een gezellig moment omdat ze dan uitgerust was en zij niet had hoeven koken. Omdat ik zo uithuizig was heb ik heel goed geleerd me te bewegen en geliefd te voelen in andere gezinnen, andere thuis-plekken. Heb ik begrip voor alle situaties waarin mensen kunnen verkeren. Kijk ik altijd iets verder dan wat er gezegd wordt. Kan ik Zijn met elke situatie. Het kan altijd erger, haha.  

Je verhaal delen

Laten we KOPP verhalen delen. Niet om te bewijzen dat het zo erg was. Niet omdat je niet geloofd kunt worden. Niet omdat het niet erg was. Wel omdat je kunt helen. Vrede kunt vinden. Al is het maar, omdat je er niet eenzaam meer mee bent, met je verhaal. Bij Marion als opgeleid ervaringsdeskundige ben je in vertrouwde handen.

 

P.s. Ik wou dat ik jou had gekend, toen ik jonger was.  Dat had me een aantal inzinkingen en verkeerde relaties gescheeld. Dan had ik gemakkelijker aan kinderen durven beginnen. Was mijn moederschap minder ingewikkeld geweest. Dankjewel voor je mooie werk, Marion.

De auteur van deze blog is bij mij bekend. Bedankt voor het delen van jouw unieke verhaal. Bedankt dat je zo openhartig wilde vertellen. Wil jij ook jouw verhaal, al dan niet anoniem, delen in mijn blog, neem dan contact op met mij. Stuur een mailtje naar info@levenscoachmarion.nl.

 

Ben je nieuwsgierig naar mijn podcast met beeld, klik hier.

Wil je mijn blogs blijven ontvangen of wil je een vrijblijvend gratis inspiratiegesprek vul dit formulier en geef aan wat je wilt.

Rating: 5 sterren
3 stemmen

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.